Verdeling gemeenschappelijke rekening na overlijden eerste echtgenoot - nieuw standpunt Vlabel21 September 2021

Op 7 juni 2021 heeft de Vlaamse Belastingdienst (“Vlabel”) een nieuw standpunt gepubliceerd (nr. 21039) met betrekking tot het lot van tegoeden op een gemeenschappelijke bankrekening na overlijden van één van de echtgenoten-titularissen van gezegde rekening.

Na een overlijden wordt zowel in de notariële akte (of het attest) van erfopvolging als in de aangifte van nalatenschap uiteengezet welk aandeel van deze tegoeden aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) toekomt, overeenkomstig de toepasselijke regels van het huwelijksvermogensrecht en van het erfrecht.

In principe zou er na het overlijden een verdeling moeten gebeuren van onder meer banktegoeden op een gemeenschappelijke bankrekening waarvan de overledene medetitularis was. In de praktijk komt het evenwel slechts zelden voor dat dergelijke verdeling effectief plaatsvindt. De kinderen beslissen dan, vaak impliciet, om te verzaken aan hun aandeel in de gelden op een gemeenschappelijke rekening van hun ouders. Dit doen zij meestal omdat zij hun langstlevende ouder niet willen bekommeren met aanvullende administratieve plichtplegingen en om hem of haar toe te laten zonder zorgen verder in zijn of haar levensonderhoud te voorzien.

2021.09-vlabel

Bij administratief standpunt nummer 21039 van 7 juni 2021 laat Vlabel weten dat de geheelheid van de na het eerste overlijden niet verdeelde tegoeden opnieuw zal worden belast na het overlijden van de langstlevende ouder, indien op dat ogenblik niet exact kan worden aangetoond welk aandeel van die tegoeden reeds werd belast na het eerste overlijden.

Voor overlijdens sedert 1 september 2021 beschikken de erfgenamen na het tweede overlijden wel over de mogelijkheid om de hen na het eerste overlijden toekomende, maar nog niet verdeelde tegoeden, in aftrek te brengen van het bij het tweede overlijden als belastbare grondslag aan te geven actief. Het is in de praktijk evenwel niet evident om het bewijs te leveren dat Vlabel vraagt.

Om die reden raden wij dan ook ten stelligste aan dat de erfgenamen na overlijden van één van hun beide ouders, in overleg en samen met hun langstlevende ouder aan de familiebankier vragen een splitsing van de gemeenschappelijke rekening door te voeren in overeenstemming met de devolutie en de respectieve aandelen in gezegde rekening, zoals uiteengezet in de notariële akte (of het attest) van erfopvolging. Het betreft weliswaar een aanvullende formaliteit bovenop de vele administratie waarmee men na een overlijden reeds geconfronteerd wordt, maar de vervulling ervan kan de moeite lonen, zeker in het geval waarin er aanzienlijke bedragen op de gemeenschappelijke rekening van de ouders werden aangehouden, omdat men op die wijze een dubbele erfbelasting van tegoeden vermijdt.

Terug naar overzicht