Nieuwe wetgeving in verband met bedingen in overeenkomsten B2B29 September 2021

Bij wet van 4 april 2019 werden in het Wetboek van Economisch Recht bepalingen ingeschreven met betrekking tot de evenwichtigheid van bepalingen voorkomende in overeenkomsten tussen ondernemingen. De nieuwe bepalingen zijn in werking getreden op 1 december 2020 en zijn mede van toepassing op alle overeenkomsten tussen ondernemingen sedert die datum gesloten, verlengd of gewijzigd.

De nieuwe wetgeving betracht te vermijden dat ondernemingen in hun overeenkomsten met hun contractpartner misbruik maken van de eventuele machtspositie die zij ten aanzien van die partner zouden genieten.

De nieuwe wetgeving is onder meer van toepassing op volgende types overeenkomsten:

  • dienstenovereenkomsten (vb. consultancy);
  • vastgoedovereenkomsten (vb. verkoop, huur);
  • handelscontracten (vb. distributie, handelsagentuur);
  • M&A-overeenkomsten (overdracht van aandelen, overdracht van handelsfonds);
  • aandeelhoudersovereenkomsten.

Het gaat om overeenkomsten waarbij beide partijen natuurlijke of rechtspersonen zijn die op duurzame wijze een economisch doel nastreven, en dus enkel in B2B-relaties. Voor overeenkomsten met consumenten gelden andere, nog strengere regels.

Wij hebben vastgesteld dat onder meer de algemene en/of factuurvoorwaarden van sommige klanten (nog) niet in overeenstemming zijn met deze nieuwe bepalingen, en vaak zelfs interne tegenstrijdigheden bevatten. Opdat de relaties tussen uw onderneming en de ermee verbonden ondernemingen optimaal zouden (blijven) verlopen, is het nochtans essentieel dat deze voorwaarden in voorkomend geval aan de nieuwe wetgeving worden geconformeerd.

We vatten de nieuwe B2B-regels hierna kort voor u samen, omdat ze mogelijks een invloed hebben op de bepalingen vervat in overeenkomsten die u met een andere onderneming heeft gesloten.

2021.09 - iv 'Onrechtmatige bedingen in B2B-contracten'

Wanneer is een beding onrechtmatig?

Alle bedingen die onder voorschreven toepassingsgebied vallen, kunnen sedert 1 december 2020 worden getoetst aan drie criteria.

I. De zwarte lijst

Zijn sowieso onrechtmatig, zonder mogelijkheid van weerlegging:

  • bedingen die de uitvoering van de overeenkomst afhankelijk stellen van de loutere wil van één van de partijen (“potestatieve clausules”);
  • bedingen volgens dewelke de interpretatie van een ander beding wordt voorbehouden aan één van de partijen;
  • bedingen volgens dewelke één van de partijen geen verhaalsmiddelen heeft in geval van betwisting;
  • bedingen volgens dewelke één partij wordt verondersteld kennis te hebben genomen met bepaalde voorwaarden of modaliteiten, terwijl de partij van die voorwaarden of modaliteiten in werkelijkheid geen kennis heeft kunnen nemen voorafgaandelijk aan de ondertekening.

II. De grijze lijst

Zijn verondersteld onrechtmatig, maar met mogelijkheid deze veronderstelling te weerleggen omdat de rechtmatigheid blijkt uit de omstandigheden van het sluiten van de overeenkomst:

  • bedingen die aan één partij het recht geven om zonder motivering de prijs, kenmerken of voorwaarden te wijzigen;
  • bedingen volgens dewelke de overeenkomst stilzwijgend verlengd of hernieuwd wordt zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  • bedingen die de rechten van een partij in geval van wanprestatie van de andere partij op ongepaste wijze beperken;
  • bedingen die het economische risico op één partij leggen (“allocatie”) zonder tegenprestatie, indien het risico normaliter op de andere partij rust;
  • bedingen die de partijen verbinden zonder opgave van een redelijke opzegtermijn;
  • bedingen die de aansprakelijkheid van een partij voor opzet, zware fout of niet-uitvoering van essentiële verbintenissen, volledig uitsluiten;
  • bedingen ter beperking van de bewijsmiddelen waarop de andere partij een beroep kan doen;
  • bedingen ter vaststelling van een forfaitaire schadevergoeding bij wanprestatie, waarvan het bedrag kennelijk niet evenredig is met het potentieel voorzienbare nadeel.

III. De algemene toetsingsnorm

Is bovendien onrechtmatig “elk beding dat, afzonderlijk of in combinatie met andere bedingen, een aanzienlijk gebrek aan evenwicht teweegbrengt tussen de rechten en verplichtingen van de partijen".

Deze beoordeling kan geen betrekking hebben op de bedingen met betrekking tot de bepaling van het eigenlijke voorwerp van de overeenkomst, noch op de gelijkwaardigheid van enerzijds de prijs of vergoeding en anderzijds de als tegenprestatie te leveren producten, voor zover deze bedingen duidelijk en begrijpelijk zijn geformuleerd.

* * *

We houden ons ter beschikking voor alle verdere toelichting desgewenst met betrekking tot het bovenstaande, en om eventueel de in uw B2B-overeenkomsten vervatte bedingen te toetsen aan de nieuwe wetgeving. Zo u dat wenst, zullen wij u bijstaan bij het conformeren aan de nieuwe wetgeving van uw algemene en/of factuurvoorwaarden, en van de bedingen vervat in de B2B-overeenkomsten die u eerder sloot of in de nabije toekomst voornemens bent te sluiten.

Terug naar overzicht